Van Istanboel naar Ankara gaan dagelijks enkele treinen die tot 250 km/uur kunnen halen en dus als hogesnelheidstreinen bekend staan. Dat wil niet zeggen dat op het hele traject met die snelheid gereden kan worden, verre van dat. En omdat aan de infrastructuur ervoor in Istanboel nog gewerkt wordt ben ik vanuit het centrum met tram, veerboot, metro, dolmuş en uiteindelijk te voet twee volle uren onderweg om de oostelijke voorstad Pendik te bereiken, beginstation van de trein naar Ankara.

Aardig op tijd, trouwens, want de trein die ik wil nemen vertrekt over een half uur. Bij het loket vraag ik om een enkele reis Ankara. De man tegenover me schudt zijn hoofd. De trein is vol. Dat is vervelend, de volgende gaat pas twee uur later. Nou ja. Doe dan maar de volgende trein. De computer wordt geraadpleegd, het duurt iets te lang. ‘Vandaag is alles vol’ zegt hij.

O. Wat nu?

Weliswaar heb ik gekeken op de website van de Turkse spoorwegen om uit te zoeken hoe laat de treinen vertrekken en eventueel alvast te reserveren, maar ik ben op een op dat moment onverklaarbaar probleem gestuit: waar je je vertrekstation invult en al na één of enkele letters kunt kiezen uit de stations die met die letters beginnen heb ik Istanboel niet kunnen vinden. Ik dacht: misschien moet ik Pendik invullen, omdat daar op het ogenblik de treinen vertrekken, maar ook dat leverde niets op. Ik heb toen mijn schouders opgehaald en besloten gewoon op het station een kaartje te kopen.

Wat hier gebeurd is wordt pas later duidelijk. In het Turkse alfabet is I niet de hoofdletter i. In het Turkse alfabet is I de hoofdletter ı, en is İ de hoofdletter i. Wanneer je dus Istanbul intypt terwijl de database alleen İstanbul kent zijn je pogingen al bij de eerste letter tot mislukken gedoemd. Het werkt dus wèl als je met een kleine i begint: istanbul wordt herkend. Eens kijken hoe dat op de website van Turkish Airlines is opgelost, waar dit probleem natuurlijk helemaal niet mag bestaan. Bij binnenkomst op de site kun je kiezen uit een Turkse en een internationale versie. De Turkse versie herkent zowel Istanbul als İstanbul, de internationale heeft alleen Istanbul. Kwestie van programmeren, hè.

De man die me het slechte nieuws gebracht heeft raadt me aan te gaan zitten en wachten: misschien zijn er annuleringen. Ik ga zitten en overweeg mijn opties. Normale treinen? Als ze er zijn vertrekken ze zo te zien niet van dit station. Bussen? Zeker niet van hier. Nog een nacht in Istanboel? Later in Ankara aankomen betekent nog meer tijd verliezen met het aanvragen van de visa voor verderop. Misschien zal ik Georgië en Armenië van het verlanglijstje moeten schrappen en rechtstreeks van Turkije naar Iran moeten reizen. Het kan, het kan. Al is het jammer.

Maar tien minuten voor vertrektijd wordt ik bemoedigend toegeknikt: er is een annulering, ik kan mee. Ik betaal voor de reis, haast me door de veiligheidscontrole en vind zonder probleem mijn rijtuig en zitplaats.

Was ik in Istanboel al overweldigd door het verlangen er te blijven en Turks te leren, in Ankara wordt dat verlangen bevestigd en versterkt. Het Istanboel dat ik gezien heb is een mengelmoes van culturen: zo trof ik b.v. op straat iemand die me (in Turkije!) in het Russisch iets probeerde te verkopen en daarvoor geen lira maar Amerikaanse dollars wilde. Ankara daarentegen is de hemel voor wie Turks wil leren: er zijn geen toeristen, geen valstrikken, en bijna niemand spreekt iets anders dan Turks.

Op maandagochtend wil ik de eerste ambassade langs, die van Oezbekistan. Ik word wakker, rek me uit, ga de badkamer in en open de kraan van de douche. Er komt geen water uit.

O. Wat nu?

Watertekort in de hele stad, zeggen ze bij de receptie. Dit kan niet voor het eerst zijn, maar niemand heeft me dit verteld. Wilt u zich wassen? We hebben nog een hotel verderop, daar hebben ze water. En met mijn toilettas en een handdoek onder de arm begeef ik me naar het andere hotel, waar inderdaad water is.

De Oezbeekse ambassade is een grote verrassing. Ambassadersoneel kan erg onverschillig en zelfs bot zijn, misschien als gevolg van de dagelijkse omgang met buitenlanders die altijd maar dezelfde vragen stellen, dezelfde fouten maken, dezelfde dingen niet begrijpen. Niet hier. Tegelijk met mij komt er een Turk binnen om een visum aan te vragen, verder is er niemand. Ik lever de uitnodigingsbrief in die ik eerder heb aangevraagd bij een reisburo en praat wat met de vriendelijke man die zich met de visumaanvragen bezig houdt. Hij spreekt weinig Engels, maar in het Russisch begrijpen we elkaar moeiteloos. Eerst nog verderop bij een bank 70 dollar betalen (gelukkig met de Turk, die er ook heen moet en me meeneemt), en tegen de tijd dat ik terugkom staat het visum al in mijn paspoort. Geweldig.

Bij de Iraanse ambassade verloopt het de volgende dag wat minder gladjes. Ik wordt binnengelaten door een receptionist, die de volgende deur voor me ontgrendelt, de deur die toegang geeft tot twee loketten waar visumaanvragen worden behandeld. Het duurt even voordat ik door heb dat ik een nummer had moeten trekken voordat ik hier naar binnen ging. Maar dat komt goed, ik ga weer naar buiten en trek een nummer. Vervolgens duurt het even voordat ik aan de beurt ben. Mijn paspoort wordt bekeken, en een kopie van de telex waaruit zou moeten blijken dat mijn aanvraag door het Iraanse ministerie van buitenlandse zaken is goedgekeurd. De computer wordt geraadpleegd. ‘Wanneer heeft u dit gekregen, gisteren?’ Nee, een week geleden. Meer gezoek in de computer. ‘Vult u eerst maar eens het aanvraagformulier in en vraagt u het rekeningnummer van onze bank’. Waar kan ik dat allemaal krijgen dan? Bij de receptionist. Waar ik net al was. Die me doorgestuurd heeft naar een plek waar ik niet verder kon komen zonder de papieren die hij me meteen had kunnen geven. Ja, zo ken ik ze weer, het ambassadepersoneel.

De bank is even verderop en vijftig euro storten op de rekening van de Iraanse ambassade blijkt te kunnen. Maar het aanvraagformulier roept vragen op. De naam van mijn vader, dat weet ik wel. Adres in Iran? Standaard vraag, daarop kun je je voorbereiden en de naam van een hotel opzoeken. Maar wat moet ik invullen bij ‘if married please write the particulars nationality of space’? Is dit Iraanse humor? Er moet wel iets komen te staan, want ergens wordt vermeld dat onvolledig ingevulde aanvragen niet in behandeling worden genomen. Mensen die ik al in de ambassade had gezien kom ik weer tegen in de bank (in de ambassade deden de vrouwen sjaals over hun hoofd, buiten gaan die af). Ze willen wel helpen maar komen niet verder dan ‘name, city’. Ik vraag de baliemedewerkster van de bank of ze de bijbehorende Turkse tekst kan vertalen. Naam en nationaliteit van je vrouw, zegt ze.

De kennelijke onzekerheid over de telex, de vragen waar ik niet altijd het juiste antwoord op weet, de houding van het ambassadepersoneel – alles draagt ertoe bij dat ik een nieuw o-wat-nu-moment verwacht wanneer ik twee dagen later mijn paspoort ga ophalen. Maar ik krijg gewoon mijn paspoort met het visum erin, en heel even raak ik hierdoor in verwarring. Wat nu dan? Nou, verder maar. Een nachttrein, uitzonderingsgewijs: vanavond vertrekken uit Ankara, morgenmiddag aankomen in Erzurum. En Georgië en Armenië kunnen gewoon op het verlanglijstje blijven staan.