Vanuit het noordwesten van Yunnan zijn we in korte tijd een heel eind oostwaards gehuppeld. Kijk maar: een bus van Shangri-La naar Lijiang, de volgende dag een trein naar Kunming, gevolgd door dezelfde avond nog een slaaptrein naar Guilin, met fraai zicht op het wonderlijke karstlandschap van de provincie Guangxi in de loop van de middag. Door naar Yangshuo, waar die bergen gewoon op iedere hoek van het dorp staan, alsof het zo hoort. Bijzonder fraai. Bezoek aan een talenschool waar we zeker, later dit jaar, een paar maanden Chinees gaan leren. Terug naar Guilin en een hogesnelheidstrein naar Guangzhou.

Guangzhou heb ik ooit leren kennen als Canton, dat was in de tijd dat de wereld nog begrijpelijk was. Exotisch, maar begrijpelijk. De stad had het soort naam waarvan onze voorouders vonden dat die dicht genoeg in de buurt kwam van wat ‘ze daar’ zeiden, Chinezen holden er nog met riksja’s rond, ze spraken er een ander soort Chinees dan in die andere grote stad die toen nog gewoon Peking heette, en later begreep ik dat dim sum van daar naar Hong Kong en verder was gekomen.

Riksja’s? Had je gedacht. Guangzhou is natuurlijk zo’n resoluut moderne Chinese stad van weet ik hoeveel miljoen, met een fantastische infrastructuur en winkelwijken waar een jong, modieus publiek lekker contrasteert met de ouderen die nog geloven in achterhaalde deugden als spaarzaamheid, eenvoud, nederigheid… Wijs me een grijsaard in wat lijkt op een Mao-pak, en ik wijs je honderd jongeren die, met gebogen hoofd schuifelend over het trottoir, enkel aandacht hebben voor hun smartphones. De toekomst is niet aan de grijsaards.

We zochten kennelijk op de verkeerde plaatsen naar de beroemde Cantonese keuken, en na een paar missers (en na de lange rijen gezien te hebben die zich vormden voor een zaak die worsten op een stokje verkocht) zijn we buitenlands gaan eten. Niet Japans, al zat er niemand in het Japanse restaurant waar we langs kwamen en waar we dus meteen hadden kunnen gaan zitten. Wel, daarnaast, Vietnamees, nadat de horden mensen die er rond het middaguur buiten stonden te wachten op een tafel waren verdwenen en we om drie uur ‘s middags in het enorme, nog steeds volle restaurant nog net een tafeltje voor twee konden krijgen. Wat kan er achter zulke verschillen zitten? Politiek, vooroordelen? Waarschijnlijk. We hebben in ieder geval goed gegeten.

Gewoon op straat, in Guangzhou. Kinderen met kleding waarop tekens staan die 'Shaolin' betekenen worden met ietwat harde hand soepel gemaakt. Niet ieder kind kan daar tegen.

Gewoon op straat, in Guangzhou. Kinderen met kleding waarop tekens staan die ‘Shaolin’ betekenen worden met ietwat harde hand soepel gemaakt. Niet ieder kind kan daar tegen.

Op de één of andere manier lopen er in China vaak vrouwen rechts door het beeld. Kijk maar eens bij eerdere foto's.

Op de één of andere manier lopen er in China vaak vrouwen rechts door het beeld. Kijk maar eens bij eerdere foto’s. En kijk naar verschillen tussen generaties…

Bij het vertrek uit Guangzhou nog eens rondgekeken op het zuidelijk treinstation, waar ieder uur vele hogesnelheidstreinen aankomen en vertrekken. Het heeft de afmetingen van een gemiddeld Europees vliegveld (lees: Schiphol) en de architectuur van Aziatische, dus veel modernere vliegvelden. Veel ruimte, licht, indrukwekkendheid. De toekomst is niet aan Europa.

Vertrek dus naar Zhuhai, dat tegen de grens met Macau ligt, zodat naadloos kan worden doorgereisd. Trein uit, om de hoek door een grote, efficiënte grenshal, en voor je het weet sta je in Macau, waar opeens alles in het Portugees is. Veerboot van Macau naar Hong Kong, hoewel, veerboot? Een draagvleugelboot is het, die de vijftig of zo kilometer in een uur overbrugt, en weggezakt in een comfortabele stoel heb je de indruk in een luxe bus te zitten op een lange, rechte, licht deinende weg. We hadden weliswaar nog wat willen blijven hangen in Zhuhai en Macau, maar het grijze weer en de vluchten die we al vanaf Hong Kong hadden gereserveerd deden ons besluiten dezelfde dag nog door te reizen naar Hong Kong. Een paar dagen op bekend terrein, voordat zich onze wegen voor een paar maanden scheiden. Charlotte buigt af naar het zuidwesten, naar Maleisië en Thailand en dertig graden, terwijl ik noordoostwaards verder ga, naar Japan en onder nul.

Hoe anders zijn de indrukken die we de afgelopen vijf weken in China hebben opgedaan dan het beeld dat ik er daarvoor van had! Ja, er wordt nog steeds gerocheld en gespuugd, maar veel minder dan ik me van Beijing herinnerde. Roken is in bussen en treinen intussen verboden, en al wordt daar een enkele keer tegen gezondigd, de meesten houden zich eraan. Lompe mensen? Niet tegengekomen. Verrassend attent eigenlijk, en vol humor. Er zijn er die, zich bewust van de taalbarrière en daar ongemakkelijk mee, contact met de buitenlander uit de weg gaan. Er zijn er ook heel veel die met een glimlach en wat handen- en voetenwerk gemakkelijk over te halen zijn om toch een soort conversatie te beginnen. Natuurlijk zijn we hoofdzakelijk op plaatsen geweest waar buitenlanders plegen te komen. We hebben veel met etnische minderheden te maken gehad. Van de hoofdstad van het land zijn we ver weg gebleven. Allemaal waar. En het resultaat onder de streep: goh.

Ja hoor, we gaan Chinees leren.

Markt in Hong Kong waar zeedieren te koop zijn waarvan we niet wisten dat ze bestonden...

Markt in Hong Kong waar zeedieren te koop zijn waarvan we niet wisten dat ze bestonden…